Het plan is om op termijn de SS220/NS8500 locomotief te bouwen voor spoor 5". Het is een 3 assige locomotief zonder tender. Wat ik mooi vindt aan deze locomotief zijn de wat grotere wielen.

Historie van de locomotieven serie SS 220.

Deze drie-assige tenderlocomotieven zijn afkomstig van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (kortweg de Staatsspoorwegen (SS)), die deze locomotieven in twee series in dienst stelden en wel:

  • 221 t/m 229 SS in 1915 en
  • 230 t/m 235 SS in 1920.

In 1938 fuseerden de Staatsspoorwegen met de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij in de Nederlandse Spoorwegen NV (NS). De locomotieven werden hierbij omgenummerd in de NS nummering 8501 t/m 8515.

De bestemming, tijdens de bouw van deze speciale locomotieven, hield verband met het feit, dat steeds zwaardere personentreinen op de verbindingslijn Amsterdam W.P. naar Amsterdam C.S. moesten worden vervoerd. De eerder gebruikte rangeer locomotieven waren hiervoor te licht. Daarom is deze locomotief gebouwd met betrekkelijk grote drijfwielen, met een diameter van 1400mm. Verder was de radstand, dat is de afstand hart op hart van de drijf- en koppelwielen, betrekkelijk groot waardoor locomotieven zijn ontstaan, die een zeer rustige loop hadden. Zelfs bij de grootst toegestane snelheid van 60 km/uur.

Het waren dus ook eigenlijk geen typische rangeerlocomotieven; hiervoor waren de wieldiameters te groot, maar speciale aan- en wegbrengers van treinstellen en aldus hebben deze machine's gependeld tussen de verschillende Amsterdamse stations. Op het internet is verder een verhaal te vinden dat de locomotieven te vinden waren op het emplacement van Groningen.

Bij verdere uitbouw van het rangeerlocomotievenenbestand is men wel uitgegaan van deze machine, echter zijn toen de diameters van de drijÍ- en koppelwielen verkleind tot 1100mm, en zo ontstond de bekende rangerlocomotief serie NS 8700.

Tussen de beide series van de NS 8500 zijn kleine verschillen aangebracht. Zo is van de tweede serie de middellijn van de cilinders vergroot van 450 mm tot 485 mm, hetgeen direct tot uiting kwam in de opgegeven trekkracht, die voor de eerste groep 7290 kg was en voor de tweede groep locomotieven 8480 kg bedroeg. Verder is er een verschil geweest in de uitvoering van de kolenbak achter het machinistenhuis, bij een aantal van deze machine's zijn deze wat uitgebouwd geweest voor het meenemen van meer kolen. De locomotieven NS 8501 - 8509 hadden verder geen oververhitter, de overige wel. In de latere jaren zijn deze locomotieven uitsluitend voor rangeerdiensten gebruikt.

Wat betreft de bouwers van deze locomotieven is vermeld, dat de NS 8501 - 8509 zijn geleverd door “Hohenzollern A.G. Düsseldorf” en de NS 8510 - 8515 zijn geleverd door ,”Henschel & Sohn, Kassel". De machine's reden met een stoomspanning van 12 kg/cm2, hadden twee cilinders met een slaglengte van 600 mm. Het totaal dienstvaardig gewicht van de machine's was 48 à 49 ton. De lengte over de buffers bedroeg 9320 mm.

De stoomverdeling, de z.g. armen en benenwinkel, was volgens “Walschaert”, die voor deze locomotieven iets afwijkend was gesteld. Normaal is het namelijk zo. dat als de schuifstang onder in de schaar rust, het ganghandel op vooruit staat. Doordat de contra kruk, geplaatst op de middelste drijfas, anders was gesteld, was dit bij deze machine's juist andersom. Bevond de schuifstang zich onder in de schaar, dan was de loop van de machine achteruit en was de schuifstang geplaatst boven in de schaar, dan was de rijrichting vooruit.

De locomotieven hebben jarenlang hun trouwe dienst gedaan bij de N.S. en wat betreft het buiten dienst stellen van deze machine's is bekend uit het “Geschiedkundig overzicht der Stoomlocomotieven van de Nederlandse Spoorwegmaatschappijen" van N.J. van Wijck Juriaanse is bekend:

Zes van deze locomotieven zijn buiten dienst gesteld in 1947 als gevolg van oorlogsschade e.d.. De locomotief 8515 is buiten dienstgesteld in 1948 en de locomotief 8510 ging er uit in 1950.
ln 1951 zijn er weer twee 8500-en afgevoerd. De laatste vijf stuks locomotieven n.l. de 8505 - 8506 - 8509 - 8512 en de 8514 zijn in 1952 verkocht aan Spanje, zijn daar wat omgebouwd en hebben nog enige jaren dienst gedaan waarna ze zijn gesloopt.

(bron www.modelbouwtekeningen.nl)

Tekeningen

In het Utrechts Archief zijn scans van de orginele algemeen plan tekeningen te vinden van deze locomotief. Bij de NVM zijn tekeningen te koop voor deze trein voor spoor 5". Op de site staat aangegeven dat het een plan is voor meer ervaren bouwers vanwege de aangepaste maatvoering.

Een medelid van Rading Spoor heeft deze set. Het blijkt dat de tekeningen uit het Utrechts archief gebruikt zijn met een extra blad voor de cilinders voor het model en een extra blad voor een stoomketel op schaal. Ik heb echter ontdekt dat dit ontwerp van de stoomketel niet meer aan het huidige ketelregelement voldoet doordat de waterruimte tussn binnen en buitenvuurkist minder is dan 13mm. Ook een tekening van de stoomketel op schaal 3,5" is bij het NVM te krijgen maar deze heb ik niet ingezien.

Via de NVM bibliotheek ben ik in het bezit gekomen van scans van orginele detail tekeningen. Met deze tekeningen zijn de details gegeven van het frame, drijf en koppelstangen, rookkast en het plaatwerk van kolenbunkers en machinisten huis.

nvm 2020035 c tenderlocomotief ns serie 8500 ss 22 tekening

Ook via de NVM site de volgende foto. Een mooi model van de 8500.

 nvm 2020035 c tenderlocomotief ns serie 8500 ss 22 fotomodel

Uitwerken ontwerp spoor 5" locomotief

De tekeningen ben ik verder aan het uitwerken op mijn account van OnShape 8500. Hieronder een afbeelding van de tussenstand (maart 2019) van het ontwerp. Mocht je interesse hebben in de tekeningen, dan kun je deze via onshape raadplegen of mij een mial sturen via contact. Als je gebruik maakt van het ontwerp in onshape, zou het leuk zijn mij hiervan op de hoogte te brengen en te houden van jouw voortgang.

De focus ligt op dit moment om het ontwerp van het onderstel klaar te hebben, zodat ik hiermee in de werkplaats aan de gang kan. Zo probeer ik de remmen in het ontwerp op te nemen. De tekeningen die ik heb van het Utrechts archief begrijp ik op dit moment nog niet. Als iemand suggesties heeft, hoor ik het graag.

Bouw

Frame

De bouw van de locomotief is begonnen met het bestellen van de frameplaten. Deze heb ik laten lasersnijden uit 4mm staalplaat bij snijdenmetwater.nl/

Naast de frameplaten heb ik twee delen laten snijden voor de frameverbinders. De twee frameplaten worden aan de voor en achterzijde verbonden met twee frameverbinders. De voorste komt ter hoogte van de cilinders en de achterste tegen de achter bufferplaat. Dit is conform het oorspronkelijke ontwerp.

De delen van de frameverbinding heb ik verder uit 4mm plaat gehaald. Als eerste heb ik grof met de haakse slijper stroken uit een grotere plaat gehaald. Deze stroken kon ik verder in de zaagmachine al mooi recht op maat maken. Om het geheel nauwkeurig haaks en op maat te krijgen heb ik de zijkanten van de plaatjes met de freesbank recht gemaakt. De delen heb ik met TIG lassen op een paar punten aan elkaar gelast. Hierbij heb ik goed erop gelet dat alles haaks in elkaar kwam zodat de basis van de loc goed is.

Intussen heb ik ook materiaal voor de wielen ontvangen. De bedoeling is dat deze wielen op een CNC machine worden uitgefreest. Voor een eerste impressie is hieronder een fot van frame met wielen gegeven.

 

Referenties

De gegevens van de historie van deze locomotief komt van het internet en uit de De Modelbouwer, April 1978, Geschreven door J.J. van Rooijen.

De tekeningen zijn afkomstig van het Utrechts archief en het NVM.

Ontwerp van de stoompomp komt uit de Modelbouwer, het verenigingsblad van de NVM.

Informatie uit het boek De Nederlandse stoomlocomotieven van H.Waldorp